Wilhelm en Louisa, of Adeltrots en burgerdeugdJ.C. van Kesteren, 1820 |
Häufige Begriffe und Wortgruppen
aangenaam adel affcheid ALBERT alles Ambtman ANNA antwoordde befchouwd beminde berigt bevallige BONIN BRAUNHORST brief broeder burgermeisje dewijl dezelve dikwerf dochter echtgenoote eenige eerfte ELEONORA elkander fcheen fchoon fchreef flechts flot fpoedig fprak fpreken freule ftaan ftaat ftem ftond ganfche geluk genadige Generaal gezelfchap goed Graaf BODEWILS Greusfenberg grootſte hart hebt gij Heer Graaf Heer VON BOSSE Heer VON LINDENER Hemel HENRIETTA hoezeer huis hunne huwelijk huwen immers jonge jongeling kamer kinderen konde Krijgsraad kwam liefde lieve LOUISA maken meisje mensch Mevrouw Mijnheer moeder moest Munchen onze oogen oogenblik oude Heer REINHOLD oude Heer VON Prefident REKAHN riep rijtuig ritmeester Rohrheim tante tusfchen uwen vader veelligt verftand verlof verloofd verzocht vreugde vriend vriendelijk vroeg vrouw waarlijk wanneer gij weinig wilde WILHELM Wilt gij wist woord zeide de Graaf zeide de Gravin zelve zijner zijt zoodanig zoon zoude zulk zult zuster وو