Herinneringen omtrent Jacobus Landt, Band 1

aandoening behoorde belangstelling beoefening beschaving betrekking bijzonder degenen delijk derwijs dezulken dien dierbare dige eenige gaaf geduld geheel gekend geleerd gelukkig genees geneesheer geneeskundige school geneesmiddelen geneesplan gewoon goede hoedanigheden hartelijk hetgeen hield hierdoor hiervan getuigen hoezeer hooge school hooger huisselijke hulde hunne ieder iedereen ijverig indien inrigting inzonderheid jeugdigen LANDT jongeling kennis kracht kundigen kundigsten kunst LANDT kende leden der maatschappij leerlingen legerstede lessen leven ligchaam lijdenden lijders maken menigmaal minder Moeijelijk moeijelijkste dingen moest naauwe naauwkeurigheid nagedachtenis natuurkunde des menschen neesheer niemand noodig nuttige omgang onderscheiding onderwijs onderwijzer der jeugd onophou ontleedkunde onze school onze stad onzen vriend oogenblik overtuigen pligt roemen Rotterdam schijn sprak spre spreken standen studie uitgebreide uitoefening der geneeskunde verpligt verstandig vertrouwen vlijt voortreffelijke voorzeker vriendschap waarlijk weinig wereld weten wezen wiens wijze wist woorden zaken zeggen zeide zelf staan zelven zichzelven zieken ziekte ziel zijner zooveel zoude zulk