Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

ten behoeve van de de Vereenigde Provinciën, de Schelde, die voorname handelsweg voor de zuidelijke Nederlanden, voor altijd zou gesloten blijven.

Korten tijd echter nadat deze bepaling omtrent de afsluiting der Schelde, waardoor de handel van Antwerpen nagenoeg geheel te gronde was gericht, bij het tractaat van Fontaineblean van den 8en November 1785, 1) ondanks de pogingen van Keizer JOSEPH II, op nieuw was bevestigd, brak met de Fransche revolutie, als voor zooveel anders, ook voor de riviervaart een nieuw tijdperk aan.

Een besluit van den „Conseil exécutif provisoire" van den 16en November 1792 2) bepaalde :

"que les gênes et les entraves auxquelles jusqu'alors la navigation et le commerce avaient été exposés tant sur l'Escaut que sur la Meuse, etaient directement contraires aux principes du droit naturel que tous les Français ont juré de maintenir."

„que le cours des fleuves est la propriété commune et inaliénable de toutes les contrées arrosées par leurs eaux.”

"qu'une nation ne saurait sans injustice, prétendre au droit d'occuper exclusivement le canal d'une rivière et d'empêcher que les peuples voi

1) FLASSAN. Histoire de la diplomatie française VII 399, 400. 2) CARATHÉODORY. Du droit international concernant les grands cours d'eau. Appendice I.

sins qui bordent les rives supérieures ne jouissent des mêmes avantages.'

Hoewel deze verklaring het recht van vrije riviervaart nog slechts alléén aan de oeverstaten toekende en er nog niet aan dacht ook andere natiën daarin te doen deelen, mag zij beschouwd worden als de eerste stap in de goede richting der vrije riviervaart. Zij bleef geen ijdele zinsnede, zooals de bovenaangehaalde uit het vredestractaat van Osnabrück. Integendeel de zegevierende Fransche republiek liet geene gelegenheid voorbijgaan om het vastgestelde beginsel te bevestigen, door het in de verdragen, welke zij sloot, te doen opnemen.

Zoo bepaalde dat van den 16den Mei 1795 tusschen de Fransche en Bataafsche republieken, dat de vaart op den Rijn, de Maas, de Schelde, de Hondt en hunne zijtakken tot aan de zee voor beide partijen geheel vrij zou zijn 1) en werd eene dergelijke bepaling opgenomen in het vredes-verdrag van CampoFormio (1797) betreffende de stroomen, die de grenzen uitmaakten tusschen de bezittingen van Oostenrijk in Italië en de Cisalpijnsche republiek. 2)

1) art. XVIII. La navigation du Rhin, de la Meuse, de l'Escaut, du Hondt et de toutes leurs branches jusqu'à la mer sera libre aux deux nations Française et Batave (Martens Recueil des traités VI. 535).

2) art. IX. La navigation de la partie des rivieres et canaux servant de limites entre les possessions de S. M. l'Empereur Roi de

De vrije vaart op den Rijn voor alle oeverstaten, waarop reeds te Rastadt (1798) door Frankrijk was aangedrongen, werd bij het vredes-verdrag van Luneville (1801) 1) vastgesteld en de ingevolge dit verdrag opgemaakte conventie die den 15den Augustus 1804 ) te Parijs werd onderteekend en waarbij deze rivier, onder het opzicht eener Commissie, bestaande uit afgevaardigden der oeverstaten, voor den handel en het verkeer werd geopend, was de eerste internationale wetgeving op dit gebied, die aan vele volgende ten voorbeeld heeft gestrekt.

Bij de onderhandelingen, die in 1814 te Parijs gevoerd werden, hebben de mogendheden, in dezen niet toegevende aan de reactie die zich tegen alle instellingen van de Fransche republiek openbaarde, de beginselen van het decreet van 92 niet alleen gehandhaafd, doch deze zelfs aanmerkelijk uitgebreid door de rivieren te openen voor de vlaggen van alle natiën, onverschillig of zij oeverstaten zijn of niet.

„La navigation du Rhin", zegt art. V van het

Hongrie et de Bohême et celles de la République Cisalpine, sera libre sans que l'une ni l'autre Puissance puisse y établir aucun péage ni tenir aucun bâtiment armé en guerre (ibid. VII. 212). 1) art. VI en XIV. Tractaat van Luneville van den 9den Februari 1801 (Martens VII. 540, 543).

2) Martens Recueil Manuel II 314.

tractaat van Parijs, 1) „du point où il devient navigable jusqu'a la mer et réciproquement sera libre de telle sorte qu'elle ne puisse être interdite à personne et l'on s'occupera au futur congrès des principes d'après lesquels on pourra régler les droits à lever par les Etats riverains de la manière la plus égale et la plus favorable au commerce de toutes les nations."

Il sera examiné et décidé de même dans le futur congrès de quelle manière pour faciliter les communications entre les peuples et les rendre toujours moins étrangers les uns aux autres, la disposition ci-dessus pourra être également étendue à toutes les autres fleuves qui dans leur cours navigable séparent ou traversent différents Etats".

Werd door deze vrijzinnige verklaring de vrije vaart op de gemeenschappelijke rivieren opgenomen in het Europeesche volkenrecht, aan het congres van Weenen was de taak opgedragen dit beginsel uit te werken en verder toe te passen. Te dien einde benoemden de afgevaardigden der acht aldaar vertegenwoordigde mogendheden den 14den December 1814 eene Commissie bestaande uit vertegenwoordigers van Oostenrijk, Groot-Brittanje, Frankrijk en Pruisen, welke in eene ontwerp-verklaring van negen artikelen de algemeene beginselen van de

1) Martens Recueil Manuel. III. 14.

vrije riviervaart formuleerde. 1) Deze verklaring werd letterlijk als de artikelen 108-117 in de Weener slotacte opgenomen.

Het valt niet te ontkennen dat in de in deze artikelen vervatte bepalingen een achteruitgang valt waar te nemen van het groote beginsel van het tractaat van Parijs. Dit toch sprak, zooals wij boven zagen, zonder eenige beperking van de vrije riviervaart „qui ne serait interdite à personne", terwijl art. 109 van de Weener slotacte hierin eene beperking aanbrengt door te bepalen: „la libre navigation ne pourra sous le rapport du commerce etre interdite à personne." Deze beperkende woorden: „sous le rapport du commerce" op voorstel van den Pruisischen afgevaardigde baron voN HUMBOLDT in de redactie opgenomen, werden door hem verdedigd met de bewering dat het niet aanging aan vreemde mogendheden een geheel gelijk recht met de oeverstaten toe te kennen, zonder dat daar voor deze eenig equivalent tegenoverstond. *)

Wel voor den handel dus, doch niet voor de scheepvaart van allen zouden de rivieren openstaan. Ook in de praktijk hield men aan deze opvatting vast. In twee der voornaamste scheepvaart-reglementen

1) Klüber. Acten des Wiener Congresses III.

2) Protocol van de zitting van 3 Maart 1815. Klüber. Acten III pag. 171.

« ZurückWeiter »