De Nederlandsen Hof, beplant met Bloemen, Ooft en OrangerijenDuVivier et Severinus, 1703 - 286 Seiten |
Häufige Begriffe und Wortgruppen
alfoo altijd anderfins Anemones Angelieren Auguftus beeter beft begieten begind bequaam blaaderen bloejen Bloemen Blom Blom-knoppen Bollen Boom broeibakken deefe deeſe defelve deſelve dewijl dikwils doed droog dubbelde eenige eerft eevenwel egter enkelde faaid faajen fchieten fchoon feer felfde felfs felve felver fetten fien fiet fijn fijnde fnijden fnoeijen foete fomtijds fonder foodanig foorten forg foude ftaan ftaande ftek ftellen fterk fuiveren fulks fullen fwaar gefaaid gefeid gefnoeid gefteld gelijk gemeenlijk geplant geweeft gieten goede aarde grond haaft Hijacinthen Hoofd HOOFD-STUK hout ibid indien Kanker koude kouleuren kragt laatft Liefhebbers lugt maaken malkanderen meeft menfe Mift neemd noodfaakelijk ongemakken ontrent oopen oover Perfikken plant Pruimen quaad regt reuk rijp Saad Soomer Suiden wind Tulpen vaft verfcheide vergaan verplant verſcheide vogtigheid Volle Maan voord voordbrengen voornaamentlijk vorft vrugtbaar Vrugten waater waffen wagten wanneer want Winters wortelen